In 2010 hebben wij een autovakantie gedaan in het noordelijke deel van Italie. Het idee was om naar Toscane te gaan en dan zoveel mogelijk te overnachten bij Agriturismos. We hoorden van verschillende mensen dat het zo gemakkelijk was om daar op goed geluk naar toe te gaan en te overnachten. We wilden zo flexibel mogelijk zijn, dus gingen we met de auto, onze trouwe Volvo 940 estate (liefkozend Lazarus genoemd, omdat we hem opgewekt hebben uit de dood). We namen ook voor de zekerheid slaapzakken mee en lichte matrasjes, zodat we in het ergste geval achterin de auto konden slapen. Impulsief als wij zijn, hadden we dus nauwelijks gedacht aan enige vorm van kampeerbenodigdheden. We hadden gelukkig wel de Lonely Planet bij ons, dus we kwamen vast een heel eind.
Bekijk hier onze route in Google Maps. De foto`s van Italie bekijk je hier.
Nadat de schoonfamilie gearriveerd was bij ons thuis, konden wij op pad. De schoonfamilie zou tijdens onze vakantie op het huis passen. Erg handig, met 4 katten (toen nog wel ja!) 3 paarden en 20 kippen. We vertrokken en zouden wel zien waar we onze eerste overnachting zouden hebben. Na enkele uren rijden kwamen wij bij in de buurt van Freiburg en we besloten daar op zoek te gaan naar een hotel. Tijdens onze overnachting in het hotel bedachten wij dat we wel leuk geroepen hadden dat we in het ergste geval konden kamperen in de auto, maar we hadden natuurlijk geen handoeken of iets dergelijks bij ons. Gelukkig konden we die van het hotel lenen. Probleem opgelost.
Na een heerlijke overnachting vertrokken wij richting Italie. We wilden zoveel mogelijk genieten onderweg, dus kozen we voor de route door Zwitserland en dan via de Grimselpas en de Simplonpas de doorsteek door de alpen maken richting Lago Maggiore. De grimselpas was een prachtige pas om te rijden. Onze brave baksteen hielp ons met gemak tegen alle bergen op. (We hadden de oude diesel een klein beetje gekieteld voordat we op pad gingen) Hieronder zie je een foto van onze Lazarus op de grimselpas. Verbazingwekkend trouwens, als je grimselpas intikt in Google en zoekt naar afbeeldingen, staat onze Lazarus gewoon al op pagina 2. Zou dat iets betekenen in google terminologie? Bij aankomst in Stresa ontdekten we hoe het werkt in Italie met guesthouses uit de Lonely Planet. Je kunt er heenrijden wat je wilt, opendoen is er niet bij, je kunt bellen wat je wilt, maar je krijgt niemand te pakken. Dus maar naar een hotelletje gereden. Gelukkig konden we daar nog wel terecht. De steden, dat is niks voor ons. Onze hotelkamer lag boven het uitgaanscentrum van Stresa, dus lekker rumoerig en de geur van italiaans eten van `s avonds laat tot `s morgens vroeg. Stresa zelf is prachtig gelegen aan het Lago Maggiore. Het is natuurlijk extreem toeristisch allemaal, meteen ook de reden dat we de volgende ochtend snel weer door zijn gereden richting Toscane.
Na een nacht in een hotel in Stresa zijn wij snel doorgereden richting Toscane. We dachten, laten wij de route langs de kust volgen. Volgens de kaart is dat een "scenic route." Niets was minder waar. Het was een frustrerende weg, met allemaal drukke italianen om ons heen die van stoplicht naar stoplicht ging. Dus toch maar de snelweg op, dat reed tenminste een beetje door. Na aankomt in Toscane toch maar weer de hulp van de Lonely planet ingeroepen en een guesthouse gezocht. Dat vonden we in Poggibonsi en er was nog plek ook. Er was ook een restaurant aanwezig, zo werd ons verteld. Mooi dachten wij, wij eten hier vanavond. Na ons wat opgefrist te hebben, gingen we naar beneden om te eten. Helaas was men bij het inchecken "vergeten" te zeggen dat we wel hadden moeten reserveren voor het eten, dus helaas, geen eten voor ons. Toen zijn wij naar Siena gereden en hebben daar zalig gegeten, in het toeristische maar prachtige centrum. Hier hebben we het lekkerste ijs van de hele vakantie gegeten overigens!
Na een letterlijk koude douche, besloten wij zo snel mogelijk Poggibonsi achter ons te laten en dieper Toscane in te trekken. We wilden richting Montepulciano. Dit bleek een prachtig historisch dorpje met zalige restaurants. Na hier een dagje vertoefd te hebben, gingen wij op zoek naar een slaapplaats. We vertrouwden de Lonely Planet niet meer. Dus vetrouwden we op de borden "Agriturismo" langs de weg. Hier ontstond eenzelfde situatie als met de Lonely Planet. Deuren bleven dicht, telefoons werden niet beantwoord. Zou het aan ons liggen? Na 5 dichte deuren en evenzoveel onbeantwoorde telefoontjes ging er toch een deur open en verscheen er een oudere Toscaanse boerin in de opening. Zowaar, er viel nog mee te communiceren ook. (Hoewel ze nog steeds ons mailtje moet beantwoorden of er soms een horloge is blijven liggen, maar dat terzijde). En het mooiste was dat we nog konden blijven ook. Er werd een parkeerplaats vrijgemaakt onder het afdak voor onze trouwe Lazarus, dan kon hij uit de schaduw staan. Na een beetje gesetteld te zijn, gingen wij terug naar Montepulciano om te dineren.
De eerste dag bij onze toscaanse boerin beviel prima, dus besloten we nog een dagje te blijven. Deze dag zouden we Assisi met een bezoekje vereren. Ook weer extreem toeristisch natuurlijk, maar ondanks dat toch een prachtig dorp. Toen wij er waren realiseerden wij ons niet dat Assisi jaren daarvoor zo zwaar door een aardbeving getroffen was. Er was niets meer van te zien in ieder geval.
Omdat 5 dagen in steden vol toeristen wel weer genoeg was voor ons, besloten wij om de natuur in te gaan. We zetten koers naar de dolomieten, richting Pinsolo. We bedachten ons dat we wel wilden gaan kamperen, maar geen tent hadden. Die moesten we onderweg nog even op de kop tikken. Dat lukte gelukkig. Helaas nog geen stoeltjes om op te zitten, maar daar vonden we ook wel een oplossing voor. We kwamen in Carisolo terecht op een camping en toen wij vroegen waar we stoeltjes konden halen werd een van de kinderen op pad gestuurd om een paar leenstoeltjes te regelen. Duidelijk een ander soort italianen hier dan we tot nu toe gewend waren! We zetten onze tent op en besloten even te genieten van de rust en het uitzicht.
Na een nachtje heerlijk te hebben geslapen in onze tent, besloten we die dag lekker de bergen in te gaan. Heerlijk wandelen in de natuur. Recht tegenover de camping lag een hoge berg die gebruikt werd om te parasailen, daar kon je met een kabelbaan naar boven en dan een afdaling te voet maken van een paar uur. Dat leek ons wel wat. Boven gekomen werd er al druk geparasailed. Dappere lui hoor, jezelf zo van die berg af storten! Na een kopje koffie met wat lekkers moest de wandeling toch maar aanvangen. Het was enorm genieten. Onderweg de nodige kuddes met Milka koeien en verder alleen maar de rust van de natuur. Na een heerlijk dagje wandelen hebben we in Pinsolo bij de lokale pizzeria een zalige pizza gegeten, met natuurlijk een heerlijk ijsje toe.
We besloten dat dit onze laatste dag in de dolomieten zou worden en daarna zouden we terug gaan naar Nederland en thuis nog een beetje genieten van onze miniboerderij. Maar eerst nog een mooie wandeling maken in de prachtige dolomieten. We kozen een andere berg uit en wilden lekker de hoogte in met wandelen. Het eerste stuk gingen we met de auto de bergen in en daarna te voet verder. Vol trots klauterden en klommen we over smalle paadjes, langse smalle richels en over moeilijk begaanbare paden. We klopten onszelf op de borst dat we nu een moeilijke route te pakken hadden. Groot was de teleurstelling toen we ontdekte dat het een "simpele" route was. Ach, we hadden in ieder geval genoten. Het was prachtig weer en het uitzicht was nog mooier.
Na het opvouwen van de tent, het inleveren van de stoeltjes en het inslaan van eten en drinken voor onderweg zetten wij koers naar Nederland. Ook altijd wel een lekker idee, om weer thuis te zijn. We namen de brennerpas deze keer.
Alle afbeeldingen van de reis.